De Leemslagenplas is een zandafgraving ten westen van Almelo waaruit in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw zand is gezogen voor de aanleg van wegen en van de wijk Windmolenbroek in Almelo.
Sinds het najaar van 2001 is de zandzuiger uit de plas verwijderd.

Duikplas

De Leemslagenplas is een unieke duiklokatie in Oost-Nederland. De plas is meer dan 30 m. diep, en het zicht is de meeste maanden van het jaar uitstekend.
De Almelose brandweer heeft in de plas een auto afgezonken, die wordt gebruikt voor oefenduiken. Daarnaast heeft Galathea een onderwaterparcours aangelegd, met een afgezonken Urker kotter (de UK269) als diepste punt.

De Leemslagenplas is afgesloten voor recreatie!
Sportduiken is alleen toegestaan als je via het toegangshek aan de Buitenhaven Westzijde bij de plas bent gekomen.

Toegankelijkheid

De enige toegangsweg naar de plas is afgesloten met een hek. Ook aan het einde van de weg staat weer een hek.
Daarnaast is de plas langs de twee zijden waarlangs een weg loopt afgezet met prikkeldraad, en vanaf de andere zijden niet bereikbaar. Aan die zijden wordt de plas afgeschermd door bosschages en weilanden.

De weg vanaf het toegangshek naar de plas is geasfalteerd, maar loopt niet helemaal door tot aan de plas. Je kunt rechts naast de weg – vóór het tweede hek – je auto parkeren; iets verderop op het veld voor de plas mag niet! Overigens wordt dit gedeelte veelvuldig bezocht door ganzen, eenden en zwanen en ligt dus vol met vogelpoep…

Toekomst

De gemeente Almelo heeft vergevorderde plannen om in de nabije toekomst woningbouw bij de Leemslagenplas te ontwikkelen, aan de oost- en zuidzijde. 

Zoals het er nu naar uitziet blijft de plas toegankelijk voor duikers. Maar ook andere waterrecreanten zullen in de toekomst waarschijnlijk van de Leemslagenplas gebruik kunnen maken.

Duiken

Galathea heeft in de Leemslagenplas een onderwaterparcours aangelegd; lijnen verbinden onder water de verschillende duikobjecten. Het parcours is overigens nog niet helemaal gereed.

Als je vanaf het punt waar de toegangsweg eindigt naar het water loopt kun je op een simpele manier het water ingaan. Vanaf dat punt heb je verschillende mogelijkheden.

Koers ‘west’

Als je doorzwemt kom je op een diepte van ruim 25 m. terecht. Je bent dan twee WC-potten en een auto (= oefenobject van de Almelose brandweer) gepasseerd. Er staat ook nog een kunststof zuil met stukken natuursteen, en er ligt een ‘strijdkar’, 2 abri’s en vrachtwagenband en een biervat. Op 10 m. diepte is een platform geplaatst. En uiteindelijk stoot je met een beetje geluk op de UK269, Galathea’s wrak.

Koers ‘zuid-west’

Al vrij snel vind je het bandenspoor dat naar één van de roeibootjes (op 10 m. diepte) voert.
Als je – bij het bootje – je koers volgt en doorzwemt kom je op een diepte van 30,9 m. terecht. Dit is toe nu toe het diepste punt, gemeten op 12 juli 2002.
Op de – lange! – zwemtocht naar dit punt passeer je enkele canyons van veen. Als je over de bodem zwemt blijft het heel erg lang heel diep; houdt hiermee rekening met je duikplanning!
Als je gewoon het touw blijft volgen kom je op 15 m. bij een vrachtwagenband terecht, en als je nog verder langs het touw zwemt bij de UK269.

Koers ‘noord’

Bij deze koers zwem je min-of-meer parallel met de oever. Tot een meter of 5 vind je begroeiïng. En dus kans op vis; baarzen, voorntjes, (grote) snoeken, karpers.

Koers ‘zuid’

Bij deze koers volg je ook min-of-meer de oever, maar dan de andere kant op. Denk wel aan de zandbank die in het water ligt; je kunt het beste links van dit punt met je duik beginnen.

De Leemslagenplas is eigendom van de gemeente Almelo. De gemeente heeft de Almelose brandweer toestemming en Galathea een ‘Ingebruikgevings-overeenkomst’ gegeven om tijdelijk in de plas te mogen duiken.

De plas is afgesloten met hekken (waarvan enkele leden van Galathea een sleutel hebben) en er wordt regelmatig door bevoegd gezag gecontroleerd of duikers wel legaal aan het duiken zijn.
Een overtreding kost 30,- tot 65,- euro (de omgeving rondom de plas is beschermd natuurgebied!), en sinds januari 2004 zijn er al diverse verbalen opgemaakt door zowel de politie als door een jachtopziener in de functie van Bijzonder Opsporings Ambtenaar (BOA).

Gastduikers
In 2005 zijn OWSV Galathea en de gemeente Almelo overeengekomen dat ook gastduikers van de Leemslagenplas gebruik mogen maken. Er kunnen daarover met andere verenigingen afspraken worden gemaakt, waarbij Galathea moet beoordelen of die binnen het raamwerk van de overeenkomst (met de gemeente Almelo) en de reikwijdte daarvan vallen. Elke afspraak wordt vervolgens aan de gemeente Almelo gemeld.
Op deze wijze kunnen nu dus – onder toezicht van Galathea – ook andere verenigingen en duikteams van de Leemslagenplas gebruik maken!

Verenigingen kunnen in eerste instantie nadere informatie opvragen.

Helaas kunnen we individuele duikers cq. buddyparen niet faciliteren.

Alle genoemde prijzen zijn in euro’s. De NOB-tarieven zijn vastgesteld door de NOB-Ledenraad. Ofschoon de informatie op deze pagina met de meeste zorg is samengesteld, kunnen aan de gegevens geen rechten worden ontleend.

Snorkelen

Duiken/OWH

Inschrijfgeld

4,55

11,35

Entreegeld NOB

Vervallen

Opleidingskosten 1*

82,50

Opleidingskosten 2*

49,00

Opleidingskosten 3*

49,00

Contributie per jaar

90,00 / 115,-

115,-

NOB-contributie

17,50

17,50 / 41,20

Cursusboek 1,2,3 sters (*)

37,50

Cursuspakket 3* ster (*)

86,50

Cursusboek Redden

27,50

NOB-logboek

13,20,- / 26,40,-

Medische keuring

40,-

Reanimatiecursus

PM

Basisuitrusting

90,- tot 135,-

115,- tot 160,-

Duikuitrusting

Zo’n 2.000,-

Extra

Buitenduiken, duikvakanties

Donateurs

Minimum donatie 22,70 per jaar

 

Cursussen:
1* – Open Water: Boek á €37,50 en opleidingskosten á €82,50 = €120,00
In dit bedrag zit tevens de cursus hart reanimatie en toegang tot de duiktoren als laatste binnenbad training.

2* – Advanced Open Water: Boek á €37,50 en opleidingskosten á € 49,00 = €86,50

3* – Dive Master: Boek á €37,50 en opleidingskosten á €49,00 = €86,50
Redden alleen kosten voor het boek ad. € 27,50 (verplichte specialisatie voor de 3*)

Inschrijfgeld Galathea
Eénmalig; te voldoen bij aanmelding.

Entreegeld NOB

Per 1 januari 2012 is het entreegeld voor de NOB vervallen. Wel ontvangt elk nieuw seniorlid van de NOB noh de Welkomst-cd.

Opleidingskosten Galathea
Sinds september 1998 berekent Galathea kosten voor de duikopleiding. Van deze gelden worden o.a. de voor het verzorgen van opleidingen noodzakelijke zaken aangeschaft (m.u.v. duikapparatuur) en de (bij)scholing van instructeurs betaald. Onderwaterhockeyers en leden die geen (vervolg)duikopleiding volgen betalen uiteraard geen opleidingskosten.

Jaarcontributie Galathea
De contributie is bij vooruitbetaling verschuldigd, en wordt door de penningmeester automatisch geïncasseerd. Bij automatische incasso mag je per kwartaal, per half jaar of per jaar de contributie voldoen. Onderwaterhockeyers betalen dezelfde clubcontributie als de duikleden.

Jaarcontributie NOB
Ook de NOB-contributie is bij vooruitbetaling (automatische incasso) verschuldigd, vóór 1 december voorafgaande aan het nieuwe jaar. Leden jonger dan 18 jaar betalen € 17,50, ouderen € 41,20. Deze bedragen zijn inclusief € 0,20 premie voor de collectieve aansprakelijk- heidsverzekering en € 0,93 premie voor de collectieve ongevallenverzekering. Onderwaterhockeyers betalen dezelfde NOB-contributie als de duikleden.

NOB-cursusboeken
Voor het volgen van de theoretische duikopleiding heb je een eigen, recente uitgave van het cursusboek van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) nodig.

Per duikopleiding is er een apart boek (inclusief een brevetregistratiekaart voor het aanvragen van je brevetcard), voor de prijs van € 37,50. Voor de opleiding 3*-Duiker heb je zowel het cursusboek nodig als het boek voor de specialisatie Redden. Het cursusboek Redden kost € 27,50. 

Als je een cursusboek (lespakket) voor een door Galathea te organiseren opleiding wilt bestellen kun je contact opnemen met opleidingscoördinator Karel Weijermars.

Leden die een cursusboek zónder brevetregistratiekaart willen bestellen betalen overigens € 27,50 per boek. Let op: Cursusboeken voor specialisaties worden niet meer zonder brevetregistratiekaart verkocht!

De prijzen voor de boeken zonder brevetkaart zijn exclusief verzendkosten, en déze boeken moet je zelf bestellen via de NOB Shop.

NOB-logboek

Nieuwe duikers moeten, via Galathea, hun NOB-logboek separaat aanschaffen.
Een voorbeeld van het logboek is beschikbaar bij opleidingscoördinator Karel Weijermars.

Je kunt kiezen uit een standaard losbladig logboek op A5-formaat voor € 13,20,- of een luxe versie voor € 26,40,-.
Het standaard logboek is een ringband met gelamineerde omslag; de luxe versie heeft een nylon cover en is d.m.v. een rits volledig afsluitbaar.

Medische keuring
Sportduikers jonger dan 50 jaar moeten éénmaal in de 3 jaar medisch gekeurd worden, duik(st)ers van 50 jaar en ouder éénmaal per jaar.

Reanimatiecursus
Het volgen van een – door de NOB erkende – cursus hartreanimatie (van de Nederlandse Hartstichting, van het Oranje Kruis of van DAN) is niet verplicht maar wel zéér zinvol!

Vanaf 2006 is een reanimatiecursus onderdeel van de 1*-duikopleiding en zijn de kosten voor de beginnerscursus opgenomen in de opleidingskosten.

Basisuitrusting
Duikbril, snorkel, zwemvliezen en loodgordel. Het vermelde bedrag is een gemiddelde.

Duikuitrusting
Duikpak, ademautomaat, duikfles, trimjack, duikcomputer, duiklamp, duiktas. Het vermelde bedrag is een gemiddelde, en je hoeft echt niet alles in één keer aan te schaffen! Adressen van duiksportspeciaalzaken zijn verkrijgbaar bij Galathea’s PR-commissie en zijn opgenomen in het zogenaamde Welkomstboekje dat aspirant-1* sinds 2007 ontvangen. Uiteraard kun je ook goede tweedehands duikapparatuur kopen.

Buitenduiken, duikvakanties
Na de duikopleiding in het zwembad wordt veelvuldig in het buitenwater gedoken. Daarnaast gaat Galathea 1 à 2 keer per jaar naar Zeeland. Eigen vervoer is dus eigenlijk onmisbaar. De kosten van vervoer zijn soms, als je met een buddy carpoolt, met mededuik(st)ers te delen.

Je duikvakanties kun je net zo duur maken als je zelf wilt…

Donateurs
Begunstigers betalen een minimum bijdrage aan Galathea. Hiervoor worden ze wel uitgenodigd voor evenementen; maar ze mogen natuurlijk géén gebruik maken van trainings- en opleidingsfaciliteiten. Helaas: meezwemmen kan ook niet…

Alle duik(st)ers moeten medisch goedgekeurd zijn voor
het beoefenen van de duiksport.

Sportduikers jonger dan 50 jaar moeten, conform de richtlijnen van de NOB, één keer per 3 jaar medisch
worden gekeurd.
Voor sportduikers van 50 jaar en ouder is die periode
één keer per jaar.

De medische goedkeuring moet in je logboek worden afgestempeld en afgetekend.
Word je niet goedgekeurd, of heb je geen stempel in
je logboek, dan mag je niet duiken!

Nieuwe duik(st)ers worden in de eerste maand van hun opleiding gekeurd; die keuring wordt geregeld door de secretaris.

Voor herkeuringen ben je zélf verantwoordelijk!

De ‘Eigen verklaring t.b.v. sportduikkeuring’ vind je op de onderstaande link.

  Eigen verklaring t.b.v. sportduikkeuring

Keuring bij SMA

Je kunt je ook laten keuren bij een SMA, de kosten liggen dan tussen de € 50,- en €100,- euro.

Meenemen naar de keuring: Een flesje urine, de ‘Eigen verklaring t.b.v. sportduikkeuring’ en je logboek.

 1* Instructeurs      
   
Dirkjaap Otten  Gerrit ter Hoek  Jan Westerink  Gertjan Morsink 
 2* Instructeurs      
     
 Arjan Brink  Kees Brugman  Danielle Kienhuis Gert van Maanen 

 

 

 
Sebastiaan Otten Martin Teernstra  Karel Wijermars  
       

Na afronding van je duikopleiding moet je bij opleidingscoördinator Kees Brugman je volledig afgetekende en afgestempelde (!) opleidingsschema inleveren.
Je brevet wordt daarna bij de NOB geregistreerd en na enige tijd ontvang je van de NOB automatisch je brevetkaart. Je opleidingsschema krijg je retour, bewaar dat in je logboek.

Van september tot en met juni trainen de snorkellaars en jeugdduikers elke woensdagavond van 20:30 tot 21:30 uur in zwembad Het Sportpark in Almelo. Tijdens de woensdagavonden word je – conform de normen van de NOB (Nederlandse Onderwatersport Bond) – opgeleid voor de snorkeldiploma’s A, B en C of de persluchtdiploma’s A en B. Eenmaal per jaar worden er aan het eind van het seizoen de diploma’s afgenomen.

Fun!
Ondanks dat we serieus bezig zijn met deze diploma’s staat plezier voorop. Dus een spel op zijn tijd doen we zeker ook! Want natuurlijk proberen we het ‘leuke’ en het enthousiasme erin te houden door niet te strak een schema voor een diploma aan te houden, maar juist ook spel-elementen er aan toe te voegen. Daarnaast duiken we zo nu en dan met perslucht in het zwembad. 

Wat heb je nodig? 
Duikbril, snorkel, zwemvliezen en loodgordel (= basis-uitrusting). Uiteraard kunnen we je daar bij helpen!

ScubaDoe
Voor kinderen vanaf 12 jaar biedt Galathea het ScubaDoe-programma van de NOB aan. Vereist is wel dat het betreffende jeugdlid éérst het snorkelprogramma heeft afgerond! Op een veilige en verantwoorde manier leren jongeren de beginselen van het duiken met perslucht. Kijk voor meer informatie op de ScubaDoe-pagina’s van de Nederlandse Onderwatersport Bond.

Informatie / aanmelden
Als je wilt weten wat snorkelen/jeugdduiken kost, ga dan naar de pagina Kostenoverzicht.

Je kunt natuurlijk ook bellen (06-50749660) of mailen met Sebastiaan Otten (de trainer van de snorkelgroep). Ook als je gewoon een keertje mee wilt doen! We zien je graag!

Duiken! Bij Galathea houden we ervan. Iedereen vanaf 12 jaar kan bij ons komen duiken. Een maximum leeftijd? Zo lang je gezond (=medisch goedgekeurd) bent is er geen probleem en kun je tot late leeftijd duiken.

Duiken met Galathea
Wij hebben bij Galathea twee seizoenen; een buitenwaterseizoen en een binnenwaterseizoen.

Van medio april tot en met september wordt er elke vrijdagavond in het buitenwater gedoken. De locatie wisselt, de ene keer duiken we in het Grasbroek in Borne en de andere keer in de Leemslagenplas in Almelo. De duiken kunnen zowel ‘voor de lol’ zijn als voor een opleiding. Van duikers in opleiding voor de 1*-, 2*- en 3*-duikbrevetten wordt enig eigen initiatief verwacht: zij moeten voor hun buitenwatermodulen zélf aangeven wanneer ze een module willen leren, oefenen en afleggen.

Vanaf medio september tot en met april gaan we naar het zwembad. Elke vrijdagavond van 20:45 tot 21:45 uur kan je in Het Sportpark in Almelo zwemmen, oefenen met je set of misschien een potje onderwaterhockey spelen. Je wordt om uiterlijk 20:30 uur in het zwembad verwacht! Tijdens de training van de jeugdduikers (op woensdagavond van 20.30 uur tot 21.30 uur) mogen de duik(st)ers ook van het diepe bassin van het zwembad gebruik maken. Er is dan echter geen training en er wordt geen opleiding verzorgd.

Opleidingen en theorielessen
Bij onze club verzorgen onze instructeurs onder meer de opleidingen voor het NOB/CMAS 1*-, 2*- en 3*-duikbrevet. Zowel de praktische als de theoretische opleiding voor een duikbrevet is modulair. Je oefent dus regelmatig, en als je de complete module onder de knie hebt, wordt die door één van de instructeurs in je logboek afgetekend. Specialisaties voor het brevet 4*-Duiker moet je op eigen initiatief behalen.

Voorafgaand aan de zwembadtraining worden er elke vrijdag in het clubgebouw (tegenover Het Sportpark aan de Sluiskade) van 19.30 tot 20.20 uur theorielessen voor de diverse duikbrevetten georganiseerd. Het spreekt voor zich dat het volgen van de lessen verplicht is! De duik(st)ers in opleiding ontvangen uiteraard een rooster; dit rooster wordt overigens op deze site gepubliceerd onder Agenda Zwembad.

Vervolgopleidingen
Na het behalen van een duikbrevet kun je al diverse specialisaties volgen. Denk daarbij aan Droogpakduiken of Nitroxduiken. Deze specialisaties worden niet in clubverband verzorgd, maar meestal wel door instructeurs van Galathea, in sommige gevallen tegen een (onkosten) vergoeding. En uiteraard kun je ook doorgaan voor een instructeursbrevet!

Wat heb je nodig?
In eerste instantie een basisuitrusting; dat wil zeggen; een duikbril, snorkel, zwemvliezen en loodgordel. Daarna wordt verwacht dat je binnen afzienbare tijd zelf apparatuur aanschaft. De leden in opleiding voor het brevet 1*-Duiker kunnen – gedurende het eerste jaar van hun opleiding – natuurlijk kosteloos gebruik maken van clubapparatuur.

Inschaling niet NOB-brevetten
Heb je een opleiding gevolgd bij (en een duikbrevet van) een andere organisatie, dan kun je in principe ingeschaald worden conform de reglementen van de NOB.
Hierbij geldt globaal:
1* = Open water diver
2* = Advanced open water diver / Rescue diver
3* = Divemaster

Je kunt overigens niet je brevet ‘inwisselen’, inschaling geldt alleen als je een vervolgduikopleiding doet volgens het NOB-systeem. Uiteraard krijg je als je geslaagd bent voor de vervolgopleiding wel een NOB-brevetkaart! Inschaling is daarnaast eenmalig. Als je bij aanmelding als aspirant-lid kiest om een vervolgopleiding te doen, dan is dat automatisch het moment van inschaling. Doe je daarna een cursus voor een ‘hoger’ brevet bij een andere duikorganisatie dan de NOB, dan kun je je niet nogmaals laten inschalen. NOB-leden die (ook) een duik- of instructeursbrevet halen bij een andere duikorganisatie kunnen zich namelijk niet laten inschalen, omdat ze al NOB-duiker zijn.

Meld je aan!
De opleidingen voor het brevet 1*, 2*, 3*-Duiker worden regelmatig ingepland. Is er animo? Dan geven wij de opleiding. Iedereen, (ook als je een brevet van een andere organisatie hebt) kan zich het hele jaar door aanmelden. Wel moeten alle leden van Galathea lid zijn van de NOB, dus ook de leden met een niet-NOB-brevet. Neem contact met ons op!

Al jaren was het mijn wens om op het wrak de JURA in de Bodensee te duiken.

De Jura geldt als één van de mooiste zoetwaterwrakken van Europa, ligt op 
40 meter diepte en is gezonken in 1864 (dit jaar 150 jaar geleden) na een aanvaring met de DS Stadt Zurich in dichte mist. Het 48 meter lange stoomschip de Jura is nu een gelieft duikobject.

Het probleem was dat ik geen enkele buddy kon vinden om mee te gaan. Het was te ver weg (725 km.), te moeilijk of te diep.

Toen ik dit jaar aan het Gardameer dook met enkele Duitse techduikers hoorde ik plotseling het woord “Jura” vallen. Deze duikers doken twee keer per jaar op de Jura en als ik zin had mocht ik wel meeduiken.
Nou, de basis was gelegd en mailadressen en telefoonnummers uitgewisseld.
Als spoedig na thuiskomst kreeg ik de mail dat ze op zaterdag 1 november weer gingen duiken op de Jura.

Ik was vastbesloten om te gaan, dan maar alleen, maar gelukkig was Gea bereid mee te gaan, samen met onze Buddy, de fiets en het fietsmandje voor Buddy, zodat zij die zaterdag konden gaan fietsen om het ons bekende Bodenmeer.

Ik wist van te voren dat het een zware duik zou worden. Niet om de diepte, maar op deze plek in Zwitserland komt weinig zonlicht. Het wrak ligt in een baai achter een hoge berg. Tot 10 meter diepte is het nog helder, maar dan komt er 
20 meter waar het aardedonker is en je de meeste dagen de computer niet eens kunt aflezen. Van 30 naar 40 meter is het donker, (zoals in een nachtduik in helder water) maar met een goede lamp kun je ver genoeg schijnen.

Omdat de meeste ongevallen met de opstijging gebeuren, heb ik dit verschillende malen in de Leemslagenplas geoefend. Vanaf het dek van de UK ging ik dan hand over hand naar boven, af en toe ontluchten en zo’n tempo te maken dat ik dan na 2 minuten de 20 meter opstijging had afgelegd. De laatste keren met de ogen dicht en na ruim 2 minuten was ik weer boven. Ik was er klaar voor!

Omdat we op de boot niet konden vullen, nam ik mijn dubbel 12 en dubbel 10 mee, beide gevuld met EAN 28 en goed voor 6000 liter per set. Als decompressiegas nam ik EAN 70 mee voor een maximaal rendement voor als ik door het duistere gedeelte was. Nog even naar Lucas om de inflator van het droogpak na te laten kijken en vrijdagmorgenvroeg vertrekken. Om drie uur waren we bij ons hotel, dicht bij de haven van Uhldingen, vanwaar we gaan vertrekken.

De volgende morgen na het ontbijt naar de haven, waar onze duikboot “Concrete lady” al lag te wachten. Na alle duikmateriaal over gepakt te hebben konden we vertrekken. Gea nam de auto weer mee terug naar het hotel en ging met Buddy rond het meer fietsen.
Op de boot moesten we eerst formulieren ondertekenen dat we op eigen risico doken, de twee duiken en de lunch betalen en toen begon de briefing. Hoofdzaak waren de regels aan boord en er werd nadrukkelijk op gewezen dat er de laatste 15 jaar 25 mensen waren verongelukt. Het goede nieuws was dat er sinds 2011 geen ernstige ongelukken waren gebeurd. Nou lekker, ik had al betaald en de duik moest nog beginnen. Even dacht ik: waar ben ik weer aan begonnen!
Over het wrak werd niets verteld. Toen ik vroeg wie mijn buddy zou zijn, zei de schipper en duiker: Zoek er maar één uit. De meeste doken met een 15 liter flesje en een kleine stage, maar ook zag ik een rebreatherduiker en dacht: die blijft vast wel lang op het wrak.

Ik was het eerste klaar met alles opbouwen en aantrekken (je leest het goed!) en moest als eerste vanaf een hoge railing het water inspringen. Gelukkig was het water super vlak. Ik zwom naar de boei en zag als tweede de rebreatherduiker komen. Ik vroeg hem samen te duiken, maar ik kreeg op mijn vraag geen duidelijk antwoord. Hij moppelde dat hij lang weg zou blijven en geen beperkingen wilde. Mopperend zakte hij naar beneden. Ik deed mijn lamp en mijn verplichte flitslamp aan en begon met de afdaling. Inderdaad, de eerste tien meter waren kraakhelder. Plotseling was het of ik in een soort inkt terecht kwam. Hand over hand ging ik naar beneden. Op 32 meter zag ik ineens mijn flitser en lamp weer, maar alles was donker. Beneden zag ik mijn Buddy een flitser aan de shotline bevestigen, die + 5 meter van het wrak hing. Precies tegenover de shotline zag ik de letters “JURA”, die aan bakboord en op het midden van het wrak staan. Dit moest ik goed onthouden voor de terugweg.

We doken naar rechts, naar de achterkant van de Jura en toen in het verlengde over de bodem verder. Ik herinnerde mij dat daar ergens nog een reddingssloep moest liggen, zo’n 20 meter achter het wrak.
Mijn buddy zwom heel snel en ja, daar lag het reddingsbootje, zoiets als wij er 5 van in de Leemslagenplas hebben liggen. Toen mijn Buddy omdraaide en weer bij mij was, ging ik gelijk met hem mee terug, maar bij de Jura lag hij al weer 5 meter voor. Dit tempo kon ik niet aan en bovendien had ik het helemaal met hem gehad. Hij keek niet op of om. Ik voelde mijn hart kloppen en de ademhaling versnellen. In combinatie met de kou waren alle ingrediënten voor een duikongeval aanwezig. Gelukkig had ik de specialisatie Soloduiken bij Ferry gedaan, zodat ik besloot alleen verder te gaan.

Langzaam ging ik het achterdek verkennen. Toen het brede stuk, waar een grote kwabaal lag met heel veel jonge aaltjes. Ik keek naar rechts en dacht: waar is Harry met het fototoestel. Ik zwom verder naar de voorkant van het bijna 50 meter lange wrak en de mooie bewerkte houten boegspriet. Ik was weer aan bakboord, bij de letters JURA. De 30 minuten bodemtijd zaten er op. 
Met de opstijging nog voor de boeg, voelde ik toch wel wat extra spanning. Ik zwom haaks op de letters en zag direct de shotline. De opstijging kon beginnen. Plotseling zag ik mijn Buddy weer. Ik was verbaasd, maar hij ook. De eerste 10 meter lijn was goed te zien. Toen werd het aardedonker, zwart. Hand over hand ging ik naar boven. Ik zag niks en had geen enkele referentie, maar na 2 minuten zat ik in kraakhelder water en op 10 meter maakte ik de gasswitch naar mijn decogas EAN 70. Omdat mijn computer is gekoppeld aan mijn hardslag, luchtgebruik en watertemperatuur, kreeg ik 3 minuten extra decotijd.

Even later kwam mijn buddy. Omdat hij met een rebreather dook, had hij niet zoveel deco als ik. Toen zijn decotijd om was vroeg hij hoeveel deco ik nog had. Ik gaf aan dat ik nog 16 minuten moest en dat hij maar naar boven moest gaan. Hij beduidde dat hij bij mij zou blijven. Dat verbaasde mij, was het dan tóch een goede buddy??

Terug op de boot vroeg hij hoe het was gegaan. Ik vertelde hem dat ik door de spanning toch wel een hoop had gemist en alles niet zo goed had opgenomen. Ik wilde nog graag de houten WC zien, het roer, de krukas en de aandrijfwielen. Hij gaf aan al wel 10 keer op de Jura gedoken te hebben en hij wilde me alles in de tweede duik wel aanwijzen. Veel vertrouwen had ik er niet in. Toch maar proberen, anders ging ik wel weer alleen op de solotour.

Na een zeer goede lunch kon ik op de boot nog even mijn Argonflesje vullen en na ruim twee uur interval lag ik weer in het water. Nu met een dubbel 10 – 300 bar EAN 28.
De spanning was al een stuk minder en ik had het gevoel dat het niet helemaal zo aardedonker was. Af en toe kon ik de lijn zien. Mijn buddy plaatste de flitser weer en we gingen naar de Jura. Langzaam duikend liet hij mij het toilet zien. Een houten bak met een rond gat in het midden met deksel. (de vroegere plee)

Daarna naar het roer, die net zo stond als het roer van onze UK. Dit om een aanvaring aan stuurboord te voorkomen. Verder nog de trap, krukas, stoomketel en scheepsklok. Alles was nog intact. Alleen de schoorsteen was omgevallen. Met mijn grote Metalsublamp 5000 lumen kon ik bijna de hele boot verlichten.
Mijn buddy wees mij nog op het mooie houtsnijwerk op de boegspriet,

voordat we terug moesten naar de shotline. Omdat het een herhalingsduik was, moesten we nu genoegen nemen met 25 minuten bodemtijd, om niet teveel deco op te lopen. De andere duikers waren allang weer terug.

Mijn buddy pakte de flitser weer van de lijn en de opstijging kon beginnen.
Hand over hand. Ik had nu zeker wel 10 centimeter zicht, want af en toe zag ik de lijn. Op 10 meter diepte aangekomen, maakte ik snel de gasswitch naar 70% zuurstof voor een lange saaie decompressie. Ik had een superduik en een superbuddy gehad. Onder water bedankte ik hem, maar oeps, dat mag niet van Ferry, want, zoals hij zegt: De duik is pas beëindigd als je weer op de boot bent.

Toen ik als laatste terug was, begon de boot al gelijk van Zwitserland naar de haven in Duitsland te varen. Aan boord van de duikboot had iedereen het over der helle Lampe van der Hollander en van mijn buddy kreeg ik gelijk de uitnodiging om volgend jaar mee te duiken op het wrak: de Milford Haven in Genua. Ook dit wrak staat hoog op mijn verlanglijstje.

Terug in de haven stonden Gea en Buddy al op mij te wachten. Snel alles over pakken in de auto en afscheid nemen van de Duitse duikgroep en mijn goede buddy. Ik was opgelucht, had weer veel meegemaakt en twee van mijn mooiste en moeilijkste duiken gemaakt. Daar hoort natuurlijk een decobiertje bij, op een terrasje vlak bij de haven met 22 graden in het zonnetje.

De volgende dag zouden we naar Lindau gaan, maar aan boord had ik gehoord dat in Überlingen een mooie duikplaats was. Lucht was het probleem, maar gelukkig lag de dubbel 7 nog vol lucht in de auto. Samen met mijn stage was dit wel voldoende. Op bijna 50 meter diepte lag een wrak. Duikers ter plaatse vertelden mij waar hij lag, maar zou moeilijk te vinden zijn. De kick was alleen dat ik hem vond, maar het wrak zelf stelde niet veel voor. Op een kale zandvlakte heb ik nog wat decostops gemaakt en na 1 uur was ik terug bij Gea en Buddy.

In Lindau, op 2 november was het een zomerse dag met 22 graden. Bij de haven waren allerlei activiteiten en de terrasjes zaten vol.

Een intens tevreden duiker kon met Gea en Buddy op maandag 3 november aan de 725 kilometer lange terugreis beginnen.

Al jaren was het mijn wens om op het wrak de JURA in de Bodensee te duiken.

 

De Jura geldt als één van de mooiste zoetwaterwrakken van Europa, ligt op
40 meter diepte en is gezonken in 1864 (dit jaar 150 jaar geleden) na een aanvaring met de DS Stadt Zurich in dichte mist. Het 48 meter lange stoomschip de Jura is nu een gelieft duikobject.

Het probleem was dat ik geen enkele buddy kon vinden om mee te gaan. Het was te ver weg (725 km.), te moeilijk of te diep.

Toen ik dit jaar aan het Gardameer dook met enkele Duitse techduikers hoorde ik plotseling het woord “Jura” vallen. Deze duikers doken twee keer per jaar op de Jura en als ik zin had mocht ik wel meeduiken.
Nou, de basis was gelegd en mailadressen en telefoonnummers uitgewisseld.
Als spoedig na thuiskomst kreeg ik de mail dat ze op zaterdag 1 november weer gingen duiken op de Jura.

Ik was vastbesloten om te gaan, dan maar alleen, maar gelukkig was Gea bereid mee te gaan, samen met onze Buddy, de fiets en het fietsmandje voor Buddy, zodat zij die zaterdag konden gaan fietsen om het ons bekende Bodenmeer.

Ik wist van te voren dat het een zware duik zou worden. Niet om de diepte, maar op deze plek in Zwitserland komt weinig zonlicht. Het wrak ligt in een baai achter een hoge berg. Tot 10 meter diepte is het nog helder, maar dan komt er
20 meter waar het aardedonker is en je de meeste dagen de computer niet eens kunt aflezen. Van 30 naar 40 meter is het donker, (zoals in een nachtduik in helder water) maar met een goede lamp kun je ver genoeg schijnen.

Omdat de meeste ongevallen met de opstijging gebeuren, heb ik dit verschillende malen in de Leemslagenplas geoefend. Vanaf het dek van de UK ging ik dan hand over hand naar boven, af en toe ontluchten en zo’n tempo te maken dat ik dan na 2 minuten de 20 meter opstijging had afgelegd. De laatste keren met de ogen dicht en na ruim 2 minuten was ik weer boven. Ik was er klaar voor!

Omdat we op de boot niet konden vullen, nam ik mijn dubbel 12 en dubbel 10 mee, beide gevuld met EAN 28 en goed voor 6000 liter per set. Als decompressiegas nam ik EAN 70 mee voor een maximaal rendement voor als ik door het duistere gedeelte was. Nog even naar Lucas om de inflator van het droogpak na te laten kijken en vrijdagmorgenvroeg vertrekken. Om drie uur waren we bij ons hotel, dicht bij de haven van Uhldingen, vanwaar we gaan vertrekken.

De volgende morgen na het ontbijt naar de haven, waar onze duikboot “Concrete lady” al lag te wachten. Na alle duikmateriaal over gepakt te hebben konden we vertrekken. Gea nam de auto weer mee terug naar het hotel en ging met Buddy rond het meer fietsen.
Op de boot moesten we eerst formulieren ondertekenen dat we op eigen risico doken, de twee duiken en de lunch betalen en toen begon de briefing. Hoofdzaak waren de regels aan boord en er werd nadrukkelijk op gewezen dat er de laatste 15 jaar 25 mensen waren verongelukt. Het goede nieuws was dat er sinds 2011 geen ernstige ongelukken waren gebeurd. Nou lekker, ik had al betaald en de duik moest nog beginnen. Even dacht ik: waar ben ik weer aan begonnen!
Over het wrak werd niets verteld. Toen ik vroeg wie mijn buddy zou zijn, zei de schipper en duiker: Zoek er maar één uit. De meeste doken met een 15 liter flesje en een kleine stage, maar ook zag ik een rebreatherduiker en dacht: die blijft vast wel lang op het wrak.

Ik was het eerste klaar met alles opbouwen en aantrekken (je leest het goed!) en moest als eerste vanaf een hoge railing het water inspringen. Gelukkig was het water super vlak. Ik zwom naar de boei en zag als tweede de rebreatherduiker komen. Ik vroeg hem samen te duiken, maar ik kreeg op mijn vraag geen duidelijk antwoord. Hij moppelde dat hij lang weg zou blijven en geen beperkingen wilde. Mopperend zakte hij naar beneden. Ik deed mijn lamp en mijn verplichte flitslamp aan en begon met de afdaling. Inderdaad, de eerste tien meter waren kraakhelder. Plotseling was het of ik in een soort inkt terecht kwam. Hand over hand ging ik naar beneden. Op 32 meter zag ik ineens mijn flitser en lamp weer, maar alles was donker. Beneden zag ik mijn Buddy een flitser aan de shotline bevestigen, die + 5 meter van het wrak hing. Precies tegenover de shotline zag ik de letters “JURA”, die aan bakboord en op het midden van het wrak staan. Dit moest ik goed onthouden voor de terugweg.

We doken naar rechts, naar de achterkant van de Jura en toen in het verlengde over de bodem verder. Ik herinnerde mij dat daar ergens nog een reddingssloep moest liggen, zo’n 20 meter achter het wrak.
Mijn buddy zwom heel snel en ja, daar lag het reddingsbootje, zoiets als wij er 5 van in de Leemslagenplas hebben liggen. Toen mijn Buddy omdraaide en weer bij mij was, ging ik gelijk met hem mee terug, maar bij de Jura lag hij al weer 5 meter voor. Dit tempo kon ik niet aan en bovendien had ik het helemaal met hem gehad. Hij keek niet op of om. Ik voelde mijn hart kloppen en de ademhaling versnellen. In combinatie met de kou waren alle ingrediënten voor een duikongeval aanwezig. Gelukkig had ik de specialisatie Soloduiken bij Ferry gedaan, zodat ik besloot alleen verder te gaan.

Langzaam ging ik het achterdek verkennen. Toen het brede stuk, waar een grote kwabaal lag met heel veel jonge aaltjes. Ik keek naar rechts en dacht: waar is Harry met het fototoestel. Ik zwom verder naar de voorkant van het bijna 50 meter lange wrak en de mooie bewerkte houten boegspriet. Ik was weer aan bakboord, bij de letters JURA. De 30 minuten bodemtijd zaten er op.
Met de opstijging nog voor de boeg, voelde ik toch wel wat extra spanning. Ik zwom haaks op de letters en zag direct de shotline. De opstijging kon beginnen. Plotseling zag ik mijn Buddy weer. Ik was verbaasd, maar hij ook. De eerste 10 meter lijn was goed te zien. Toen werd het aardedonker, zwart. Hand over hand ging ik naar boven. Ik zag niks en had geen enkele referentie, maar na 2 minuten zat ik in kraakhelder water en op 10 meter maakte ik de gasswitch naar mijn decogas EAN 70. Omdat mijn computer is gekoppeld aan mijn hardslag, luchtgebruik en watertemperatuur, kreeg ik 3 minuten extra decotijd.

Even later kwam mijn buddy. Omdat hij met een rebreather dook, had hij niet zoveel deco als ik. Toen zijn decotijd om was vroeg hij hoeveel deco ik nog had. Ik gaf aan dat ik nog 16 minuten moest en dat hij maar naar boven moest gaan. Hij beduidde dat hij bij mij zou blijven. Dat verbaasde mij, was het dan tóch een goede buddy??

Terug op de boot vroeg hij hoe het was gegaan. Ik vertelde hem dat ik door de spanning toch wel een hoop had gemist en alles niet zo goed had opgenomen. Ik wilde nog graag de houten WC zien, het roer, de krukas en de aandrijfwielen. Hij gaf aan al wel 10 keer op de Jura gedoken te hebben en hij wilde me alles in de tweede duik wel aanwijzen. Veel vertrouwen had ik er niet in. Toch maar proberen, anders ging ik wel weer alleen op de solotour.

Na een zeer goede lunch kon ik op de boot nog even mijn Argonflesje vullen en na ruim twee uur interval lag ik weer in het water. Nu met een dubbel 10 – 300 bar EAN 28.
De spanning was al een stuk minder en ik had het gevoel dat het niet helemaal zo aardedonker was. Af en toe kon ik de lijn zien. Mijn buddy plaatste de flitser weer en we gingen naar de Jura. Langzaam duikend liet hij mij het toilet zien. Een houten bak met een rond gat in het midden met deksel. (de vroegere plee)

Daarna naar het roer, die net zo stond als het roer van onze UK. Dit om een aanvaring aan stuurboord te voorkomen. Verder nog de trap, krukas, stoomketel en scheepsklok. Alles was nog intact. Alleen de schoorsteen was omgevallen. Met mijn grote Metalsublamp 5000 lumen kon ik bijna de hele boot verlichten.
Mijn buddy wees mij nog op het mooie houtsnijwerk op de boegspriet,

voordat we terug moesten naar de shotline. Omdat het een herhalingsduik was, moesten we nu genoegen nemen met 25 minuten bodemtijd, om niet teveel deco op te lopen. De andere duikers waren allang weer terug.

Mijn buddy pakte de flitser weer van de lijn en de opstijging kon beginnen.
Hand over hand. Ik had nu zeker wel 10 centimeter zicht, want af en toe zag ik de lijn. Op 10 meter diepte aangekomen, maakte ik snel de gasswitch naar 70% zuurstof voor een lange saaie decompressie. Ik had een superduik en een superbuddy gehad. Onder water bedankte ik hem, maar oeps, dat mag niet van Ferry, want, zoals hij zegt: De duik is pas beëindigd als je weer op de boot bent.

Toen ik als laatste terug was, begon de boot al gelijk van Zwitserland naar de haven in Duitsland te varen. Aan boord van de duikboot had iedereen het over der helle Lampe van der Hollander en van mijn buddy kreeg ik gelijk de uitnodiging om volgend jaar mee te duiken op het wrak: de Milford Haven in Genua. Ook dit wrak staat hoog op mijn verlanglijstje.

Terug in de haven stonden Gea en Buddy al op mij te wachten. Snel alles over pakken in de auto en afscheid nemen van de Duitse duikgroep en mijn goede buddy. Ik was opgelucht, had weer veel meegemaakt en twee van mijn mooiste en moeilijkste duiken gemaakt. Daar hoort natuurlijk een decobiertje bij, op een terrasje vlak bij de haven met 22 graden in het zonnetje.

De volgende dag zouden we naar Lindau gaan, maar aan boord had ik gehoord dat in Überlingen een mooie duikplaats was. Lucht was het probleem, maar gelukkig lag de dubbel 7 nog vol lucht in de auto. Samen met mijn stage was dit wel voldoende. Op bijna 50 meter diepte lag een wrak. Duikers ter plaatse vertelden mij waar hij lag, maar zou moeilijk te vinden zijn. De kick was alleen dat ik hem vond, maar het wrak zelf stelde niet veel voor. Op een kale zandvlakte heb ik nog wat decostops gemaakt en na 1 uur was ik terug bij Gea en Buddy.

In Lindau, op 2 november was het een zomerse dag met 22 graden. Bij de haven waren allerlei activiteiten en de terrasjes zaten vol.

Een intens tevreden duiker kon met Gea en Buddy op maandag 3 november aan de 725 kilometer lange terugreis beginnen.